|
Paus Franciscus als tochtgenoot
december 2018
Het is niemand ontgaan. Met de huidige paus heeft zich een heel andere stijl aangediend in het pausschap. De paus wil een goede herder zijn en wel een die mee op tocht gaat en op ooghoogte communiceert, gewoon, toegankelijk, zonder poespas, en die eenvoudig is met de eenvoudigen. Niet voor niets heeft hij zich genoemd naar Franciscus van Assisi – dit terwijl hij geen franciscaan, maar een jezuïet is. In dit TGL-nummer willen we niet bij deze stijlbreuk blijven staan, maar, nu hij ruim vijf jaar paus is, op meer inhoudelijk vlak zijn inspiratiebronnen belichten. Welke manier van geloven drijft hem, waarom doet hij wat hij doet, wat wil hij bereiken? Het is niet de bedoeling van dit nummer om deze paus reeds bij zijn leven heilig te verklaren, wel om hem wat dieper te begrijpen dan mogelijk is vanuit krantenberichten. Het belangrijkste is dat zijn spirituele, gelovige, kerkelijke en sociale agenda voor het voetlicht komt en dat wij ons afvragen: wat doen wíj met die agenda, hoe gaan wíj ermee om en mee verder? Allereerst valt de nadruk op die de paus legt op barmhartigheid. Het leven is sterker dan de leer. Het gaat er niet om, om mensen te veroordelen, wanneer ze buiten de kerkelijke lijntjes kleuren, maar om met hen in gesprek te gaan, met respect voor hun geweten en in het besef dat wij niet over de barmhartige God hebben te regeren. Barmhartigheid tekent ook zijn visie op de kerk en haar taak. Alleen dan is de kerk vol erbarmen, wanneer zij zich schaart onder de armen, de uitgeslotenen, zij die in de periferie van de samenleving zijn. De kerk moet afscheid nemen van haar eigen veilige plekken en (clericale) zelfvoldaanheid, ophouden met navelstaren en werk maken van de navolging van Christus die zich bij uitstek openbaart in de armen die het kind van de economische rekening zijn. Als de kerk die weg gaat, dan pas wordt ze pelgrimerend, missionair, dynamisch, volk Gods onderweg. Die weg wil de paus wijzen, eerder als profeet dan als bestuurder. Dit alles verraadt een nieuwe blikrichting. Deze komt ook tot uitdrukking op nog omvangrijker terrein: zijn gelovige visie op de schepping en het behoud ervan. De integrale scheppingstheologie van de paus is een breuk met het antropocentrisme van het kerkelijk spreken tot nu toe. De héle schepping is Gods gave en alle schepselen zijn van elkaar afhankelijk. Evenmin als de arme, mag de schepping slachtoffer zijn van brute exploitatie. Dit diepe besef moet tot ons doordringen als wij ons voor het behoud van de schepping inzetten. Een barmhartige kerk is ook een kerk van de dialoog. Zoveel mogelijk stemmen van het volk Gods moeten worden gehoord. Er moet vrijmoedig kunnen worden gesproken. Meningsverschillen zijn niet erg. Intern wil de paus eindelijk werk maken van de tijdens Vaticanum II bepleite bisschoppelijke collegialiteit en van bisschoppenconferenties en –synodes als echte gespreksfora, waar ook de leken hun invloed hebben en gehoord worden. Leken moeten sowieso in de kerk een veel grotere plaats krijgen. De wil tot dialogeren treedt ook aan dag in de vaste wil van de paus om de oecumenische relaties met de andere kerken te versterken. Ronduit spectaculair zijn zijn toenaderingen tot de Reformatie en met name de lutheranen. Ook probeert hij de relaties met de oosters-orthodoxe kerken te verbeteren – dit met wisselend succes. Dat de paus graag met anderen praat (ook met atheïsten!), leidt er zelfs toe dat er een film over en met hem is gemaakt. En zijn humor vinden we terug in de cartoons die met een milde kwinkslag over hem zijn gemaakt. Duidelijk is dat de paus staat in de spirituele traditie van de jezuïeten: eerst van binnenuit zien en oordelen – onder de hoede van de Geest – en dan keuzes maken en handelen. Voor de paus staan niet abstracte ideeën en idealen voorop, maar concrete situaties, waarin iets van God opduikt en die een appèl zijn aan de kerkelijke inculturatie in het hier en nu. Deze spiritualiteit van in concreto zien-oordelen-handelen toont hij ook bij vraagstukken als de priesterwijding van gehuwde mannen en van het diaconaat van vrouwen. Meer in het algemeen wil hij vooral vrouwen een grotere rol geven in de evangelisatie en missionerende taak van de kerk en daartoe onder meer Maria, de moeder van de Heer en Maria Magdalena een nog prominentere plaats in de liturgie en de liturgische kalender geven. Bij al deze koerswijzigingen, stuit de paus ook op tegenslagen, barrières, pijnlijke geschiedenissen en veel kwaad. Het seksueel misbruik door ambtsdragers in de kerk is een open wond en een enorm hoofdpijndossier. Met vallen en opstaan, maar met steeds straffere hand probeert paus Franciscus dit kwaad bespreekbaar te maken én te beteugelen. Het is niet verwonderlijk dat dit TGL-nummer ook daaraan aandacht schenkt. Want het beroert velen binnen en buiten de kerk de laatste jaren. Vroeger was het: de paus heeft gesproken en daarmee uit. De gelovige, spirituele, sociale en kerkelijke missie van deze paus ademt een heel andere sfeer. Hij spreekt eerder een eerste woord en laat eerste daden zien. Die moeten worden gevolgd door de eigen woorden en daden van de gelovigen en van allen van goede wil – die daarmee mededragers worden van wat de kerk voor waar en belangrijk houdt. Een te grote, omvangrijke, ja misschien een loodzware agenda in onze complexe, verdeelde en hoog technologische wereld? Misschien kan de houding van eenvoud en openheid van paus Franciscus ons helpen om open te staan voor het mysterie in het leven van alledag. Deze openheid kan een weg zijn naar barmhartigheid en rechtvaardigheid, naar zorg om de armen, de aarde en de kerk, naar de ontmoeting met de ander. |