|
Over de grensGeloven in een eeuwig leven en de dood
November 2013 Wat te lezen stond in het mei-juni nummer van TGL over de santenkraam geldt zonder twijfel voor het geloof in het hiernamaals. Zoals er toen een dubbel gevoel speelde ten aanzien van de christelijke traditie als geheel is dat ook thans het geval bij het voorliggende thema. Enerzijds hebben we afscheid genomen van de vaste zekerheid die dit geloof voor veel mensen betekende. Anderzijds voelen we aan dat we het niet zomaar van ons af kunnen schudden. We hebben afscheid genomen van veel beelden waar we ons vandaag gewoon vreemd bij voelen. Zo is de zorg om het zielenheil van de overledene nagenoeg totaal weggevallen. Het beeld van de hel die straf en verdoemenis betekende is haar dreigende betekenis verloren. Eenzelfde lot is het vagevuur beschoren geworden. Het “lezen” van “missen” dat in Rooms katholieke kringen gebruikelijk was ter verlichting van de vagevuurstraffen verloor zijn betekenis. En toch. We stellen vast dat mensen blijven namen noemen van dierbare gestorvenen in kerkdiensten. Het gaat echter niet langer om strafvermindering. Het is eerder een dankbaar gedenken geworden van een dierbare gestorvene. Het lot van de overledene heeft plaats gemaakt voor de gevoelens van hen die achterblijven. Zowel erkentelijkheid en dankbaarheid als pijn en verdriet krijgen thans een plaats in kerkelijke afscheidsdiensten. En er blijft hoe dan ook iets hangen van een verlangen naar weerzien, thuis komen. Het omgaan met de dood en het perspectief op wat daarna komt is zowel wat inhoud als wat vorm betreft, aanzienlijk veranderd in de laatste halve eeuw. Daar heeft onder andere een nauwkeuriger studie van de Bijbelse teksten terzake een belangrijke rol in gespeeld. In de Joodse geschriften is het perspectief op leven na de dood van relatief recente datum. En de teksten in het Nieuwe Testament blijken bij aandachtige lezing genuanceerder dan gewoonlijk wordt aangenomen. Ook bij Edward Schillebeeckx gaat het bij het geloof in het eeuwig leven of de opstanding van het lichaam nooit om een hoofdstuk apart. Er blijft altijd een zekere band bestaan met het leven hier en nu. Dat blijkt ook in iconen van Christus’ nederdaling in de onderwereld of Maria’s ten hemelopneming. Beide blijken een reddende betekenis te hebben in de verheffing van de oude mens tot een nieuw bestaan. |