Inhoud:
Edito Leo Oosterveen:
Soberheid én verbondenheid in overvloed Jacques Haers s.j.: Verlangen naar sobere gemeenschap rond een sobere God Interview met Raymonda Goffart en Lieven De Pril (Welzijnsschakels): Lege diepvries als barometer Krijn Pansters: Duurzame duurzaamheid: betrokkenheid, bekwaamheid, bekering Interview met Filip Van Assche en Broeder Benedikt (brouwerij Westmalle): “Traditie is vooruitgang” Jill Marchant (Tiny Houses): In onze natuur.Welkom in mijn monoloog Interview met Manon van Driel (Stiltecafé Adem Inn): Stilte als tegengeluid Erik Galle: Zo sober dat elk woord er een te veel is. De stilte André van der Braak: Alles omarmen Dirk Boone: We All Have a Hunger Column Kolet Janssen: Marrons glacés Column Barbara Zwaan: Zuster! Zuster! Ik wil water! Water! Boekbesprekingen Ter overweging Kris Gelaude: Niets dan de eenvoud |
Soberheid én verbondenheid in overvloed.
december 2019
Soberheid en solidariteit: ze lijken uit verschillende werelden te komen. Soberheid roept de associatie op met een individuele, persoonlijke neiging tot spaarzaamheid, eenvoud, ja ascese. Spreekwoordelijk is de soberheid van de eenzame in het zwart-grijs gestoken calvinist op de fiets, op weg naar zijn verscholen dijkwoning. Solidariteit daarentegen roept wat andere associaties op uit de recente, achter ons liggende decennia: protestacties omwille van een breed gevoelde sociale noodzaak om de spaarzame goederen en rijkdom zo eerlijk mogelijk te verdelen onder allen in de samenleving. De onlangs gehouden synode van de bisschoppen uit het Amazonegebied maakt duidelijk dat er geen tegenstelling kan bestaan tussen soberheid en solidariteit. De synode stelt, ter concretisering van de encycliek Laudato Si’ (2015), dat soberheid de ruimte biedt die de verbondenheid mogelijk maakt tussen de mensen onderling, tussen de mensen en de schepping en tussen de mensen en God. Deze soberheid maakt ruimte voor het goede leven voor alles en allen – de armen voorop. Soberheid is daarom ten diepste een relationeel begrip dat solidariteit als vanzelf insluit; solidariteit met de armen én met het geteisterde regenwoud. Deze gerichtheid op inclusiviteit treffen we ook aan in de verschillende grote religieuze tradities, zoals de boeddhistische. Gaat het er niet om alles en allen te willen omarmen – ook je eigen tekorten – om zo bevrijding dichterbij te brengen? Ook hiertoe is soberheid nodig: een stap terug, een stap terzijde van het ‘dikke ik’. Voor zo’n soberheid houdt dit TGL-nummer een pleidooi – tot in de tekeningen toe. Een degelijke soberheid vormgeven heeft gevolgen. We mogen de verschillende grenzen van het goede leven niet veronachtzamen. Het streven naar grenzeloze economische groei verwoest de natuur en creëert onderklassen met eindeloos veel armen. Daartegen ingaan vereist moed, ja een radicale morele heroriëntatie. Dat is niet zo simpel, want het algemeen menselijke verlangen naar liefde, macht en bezit, kortom naar erkenning, kan gemakkelijk ontaarden in iets narcistisch of megalomaans. Het gevaar van onverzadigbaarheid ligt altijd op de loer. Tegen deze achtergrond kan de ervaring van het ‘genoeg’, de van God gegeven soberheid, een bevrijding zijn die méér rijkdom brengt dan welke je ooit najoeg. In dit TGL-nummer komen we niet enkel hooggestemde idealen en gedachten tegen, hoe belangrijk en waardevol ook. We bieden ook ruimte aan verhalen van hen die op dit vlak al een andere praktijk belichamen. Zo zijn er bedrijven die niet meer mikken op winstmaximalisatie en exponentiële productiegroei, maar hun financiële overschotten bestemmen voor goede en caritatieve doelen. Bedrijven die bovendien ruim baan maken voor inspraak vanaf de werkvloer en die vanwege hun ideële motieven werknemers aan zich weten te binden. Daarnaast vestigen we de aandacht op mensen die willen ‘downsizen’ als het aankomt op wonen en die hun toevlucht zoeken in ‘tiny houses’. Hun ervaring is dat wanneer je per dag leeft van wat je strikt nodig hebt, je zoveel vrijer wordt dan voorheen en zoveel meer tijd beschikbaar hebt om om te gaan met anderen en met de wereld om je heen. We moeten vermijden om romantisch te doen over soberheid. Mensen in armoede, ook in onze directe omgeving, hebben veelal geen keuze en zijn willens nillens aangewezen op de voedselbank en andere vormen van hulpverlening en sociale bijstand. Zeker: uiteindelijk hebben mensen in armoede ook baat bij een duurzamer bestel, al was het maar omdat ze dan niet meer hoeven te wonen in tochtige en aftandse woningen. Een eerste vereiste hierbij is dat zij extra geholpen worden om de vaak dure stappen naar duurzaamheid te zetten. Om sober te zijn, moet je stil kunnen worden en kunnen luisteren naar anderen. De stilte is immers de huiskamer van het gesprek. Aan zulke huiskamers is nood op dit moment en daarom vragen wij er aandacht voor. Gesprek over wat je echt bezighoudt en richting geeft, luisterbereidheid vinden, is niet zo eenvoudig op dit moment door de kakofonie van de sociale media. Op de internetfora worden we verleid om van onszelf de schone schijn op te houden of ons te overschreeuwen. Stilte en aandacht rondom de vraag ‘waar draait het allemaal om?’ zijn daarom belangrijk. De sobere stilte van het gesprek met een medemens of met God laat zien dat hier allerminst sprake is van prestatie, maar eerder van een ‘laten’. De stilte die het gebed omhult, maakt dat het bijna onhoorbaar is – en woordeloos. Maar naar Bijbelse overtuiging laat zich in die stilte niettemin een stem horen: “Zie om naar de achterblijver”. De soberheid van het gebed wordt in een split second gevolgd door de solidariteit die het uitdraagt. |