|
De geestkracht van de vrijwilliger
Juli 2015
In onze samenleving zijn talloze vrijwilligers werkzaam, in besturen, verenigingen en stichtingen, de sport, in de sociale hulp en de zorg, in kerken en parochies, enz. Waarom doen mensen dat? Uiteindelijk niet voor de tegenprestatie. Er komt geen loon bij kijken. Het is geen aangenomen werk. Waar halen ze hun motivatie vandaan? Uit het enorme maatschappelijke aandeel van vrijwilligers in Vlaanderen en Nederland, blijkt hoe groot het ‘sociaal kapitaal’ is dat in deze samenlevingen huist. Uit hun inzet blijkt – gelukkig – dat er ook nog iets anders is dan de heersende ‘afrekencultuur’. Om niet, voor niets je inzetten voor medemensen, goede doelen en organisaties met een sociaal oogmerk: het is een verademing te constateren dat dat bestaat in een wereld die steeds meer beheerst wordt door de minutieuze berekening van het individuele succes en de eigen winst. Bij deze blijdschap moeten we niettemin er ook beducht voor zijn dat de overheid een beroep doet op vrijwilligers als doekje voor het bloeden wegens haar eigen ‘terugtreden’. Uit een aantal ervaringsberichten in dit TGL-nummer wordt duidelijk dat de motivatie van vrijwilligers niet zonder inspiratie kan. Die inspiratie krijgen ze uit hun contacten met collega-vrijwilligers en vooral van de mensen en organisaties voor wie ze zich inzetten. Religieuze mensen vertellen dat ze hun inspiratie krijgen uit hun geloof, bijvoorbeeld bij hun inzet voor kerk, parochie, christelijke jeugdbeweging en Lourdesreizen. De inspiratie van de vrijwilliger is persoonlijk van aard, gekleurd door de verwevenheid van het vrijwilligerswerk en de vrijwilliger. Wil je echt begrijpen waarom een vrijwilliger doet wat hij of zij doet, dan moet je luisteren naar zijn of haar levensverhaal. Zonder de bronnen van motivatie en inspiratie droogt het vrijwilligerswerk op. Maar die bronnen moeten wel een beetje geholpen worden om te blijven stromen. Dit blijkt te meer nu het beeld van de vrijwilliger en van het vrijwilligerswerk diverser wordt en verandert. Doorliep de vrijwilliger voorheen de geijkte kaders van de verzuilde samenleving, nu is hij of zij eerder een ‘zij-instromer’ die zich ad hoc aanmeldt voor een specifieke taak of een speciaal project. Engageerden vrijwilligers zich voorheen welhaast voor ‘onbepaalde tijd’, nu is het engagement vaak kortstondiger en beperkter van omvang. De vrijwilliger van nu wil maatwerk leveren en dit betekent ook dat het begeleiden en de scholing van vrijwilligers meer en meer maatwerk wordt. Het is zaak om rekening te houden met de verschillende soorten vrijwilligers en hun verwachtingen, capaciteiten en beschikbaarheid. En natuurlijk met hun begrijpelijke verlangen naar waardering voor hun inzet. Managen van vrijwilligers en hun werk is bij dat al nooit een doel op zich. Het heeft maar zin, indien het zich ten dienste stelt van het vrijwillige werk en niet om de inspiratie en motivatie ervan levend te houden. Hierop vestigt dit TGL-nummer de aandacht. |