|
Gaandeweg op adem komen
Naar een spiritualiteit van het wandelen
Mei 2015 Veel mensen houden van wandelen. Het verzet de zinnen, maakt je even los van zorgen en beslommeringen, je hoofd wordt weer fris en het is ontspannend. Er zijn mensen die van wandelen intens genieten. Sommige van hen delen hun ervaringen en reflecties met ons in dit TGL-nummer. Wandelen is iets anders dan op een zo efficiënt en snel mogelijke manier van a naar b komen. Wandelen is geen race tegen de klok en is evenmin te vergelijken met trimmen, joggen of hardlopen. Het is immers niet prestatiegericht. Eerder heeft het van doen met ontvankelijkheid, met aandachtig en niet gespannen rondkijken, zodat je weer creativiteit en inspiratie opdoet. Wandelen doe je in het nu, stap voor stap. Het doel van het wandelen is… wandelen, en niet iets anders. Het brengt je bij jezelf, maar plaatst je tegelijkertijd in de ruimte, de natuur, de wereld waardoor je je gedragen weet. In die zin is wandelen verwant aan geloven. Wandelen en meditatie gaan samen bij hen die meditatief wandelen. Terwijl veel klassieke spiritualiteit nogal onlichamelijk was, verbindt meditatief wandelen geest en lichaam op een dynamische en zintuiglijke manier. Op adem komen bij elke stap en de aandacht daarvoor gaan samen met aandacht voor de omgeving. Meditatief wandelen is introvert en extravert tegelijk. De wereld is lang niet altijd een lieflijk decor, zo weten mensen die ‘exposure-wandelingen’ maken in bijvoorbeeld achterstandswijken. Ontvankelijkheid betekent hier: toelaten dat je uit het lood kunt raken door schokkende ontmoetingen en situaties, zonder die meteen te willen of kunnen oplossen. Ruimte maken voor ‘buiten’ is ook ruimte voor ‘binnen’ maken: kan ik zoiets aan? En aanvaard ik dat de ander mij wellicht meer geeft dan andersom? Wandelen betekent dat je op pad gaat. Een bijzonder soort wandelaar, de pelgrim, weet dat hij of zij daarbij dingen moet achterlaten om hernieuwd de wereld te kunnen binnengaan. Pelgrimeren luidt een veranderingsproces in dat ver afstaat van de wereld van succes, het snelle geld en het najagen van bezit. Op pad gaan kun je in je eentje doen, maar bijvoorbeeld ook met z’n tweeën. De wandel-coach is iemand die met een ander meeloopt en hem of haar inzicht probeert te geven in de komende stappen van zijn of haar leven. Op kruispunten in het leven kun je aanvoelen dat je een keuze moet maken. Ga ik links of rechts, kan ik blokkades achter me laten? Wandelen met een coach kan je helpen bij zulke beslismomenten een drempel over te gaan en oog te krijgen voor ‘zijpaden’ die je tot dusver over het hoofd zag. Wandelen is bij elke voetstap je toevertrouwen aan de aarde, aan de grond. Ook al weet je niet (precies) hoe het parcours is en waarheen de wandeling leidt, het wandelen zelf is een daad van grondvertrouwen, een vertrouwen in de grond van ons bestaan. Deze ervaring wens ik de TGL-lezer toe, nu lente en zomer voor de deur staan! |