|
Het geloven waard
Maart 2015
Velen die met geloofsoverdracht en –opvoeding te maken hebben, vragen zich bij wisselend of soms gering succes af, welke manier van overdracht toch verstaanbaar is. Deze vraag leidt onmiddellijk tot een volgende: wat is voor onszelf een geloofwaardige manier van geloven? En zijn er van daar uit aanknopingspunten met hen die ver van de gelovige traditie zijn komen te staan? In dit nummer komt de belevingsgerichte buitenkerkelijke stedelijke rondstruiner voorbij die zoekt naar vluchtige gemeenschap, verbondenheid, intimiteit, rust en uitbundigheid. De uitdaging voor gelovigen en geloofsgemeenschappen is het om actief contact te maken met hen en met de bestaanslaag onder hun belevingswereld. Veel jongeren, zo blijkt in het katholieke jongerenwerk, hebben zeker verantwoordelijkheidsgevoel en gemeenschapszin. Ook hier liggen aanknopingspunten. Meer in het algemeen, zo wordt o.m. duidelijk in het onderwijs, heeft geloofwaardigheid van de geloofstraditie alles te maken met de bereidheid tot actieve dialoog met religieus en levensbeschouwelijk ‘anderen’, die in hun andersheid worden gerespecteerd. Fundamenteel voor de geloofwaardigheid van het geloofsverhaal is dat het mensen niet opsluit en vastzet en niet leidt tot selectieve verabsoluteringen van een deel van de traditie – waarmee het gesprek komt stil te liggen. Een aantal artikelen wijst op de innige relatie tussen het humane en het mysterie dat daar bovenuit gaat. God, de menslievende, roept op tot mededogen, barmhartigheid en solidariteit, maar ontstijgt tevens alle instituties, regels, leerstellingen, beelden en verwoordingen. Deze ethiek én deze openheid maken dialoog echt mogelijk – op een niet vrijblijvende manier. En daarmee bevorderen ze de geloofwaardigheid van een goed geloofsverhaal. Bij alle relativering van de specifieke geloofstaal en geloofswoorden, blijft natuurlijk staan dat de geloofwaardigheid van de christelijke traditie niet kan buiten een goede, verstaanbare uitleg van haar bronnen, meer in het bijzonder van de Schrift. Deze uitleg moet niet alleen betrouwbaar zijn, maar ook relevant: d.w.z. aansluiten bij bestaanservaringen en – vragen van hedendaagse mensen. Dat de Schrift en traditie zoveel particuliere verhalen kent, maakt dat ook wij, met al onze eigen afzonderlijke verhalen, ons daardoor aangesproken kunnen weten. De veelheid aan verhalen verhoogt juist de geloofwaardigheid: Schrift en traditie zijn niet voor één gat te vangen! Anderzijds heeft de christelijke geloofstraditie een pretentie die het particuliere overstijgt. Ze verkondigt het heil van en voor allen. Of deze pretentie op een geloofwaardige manier wordt waargemaakt, moet blijken uit de praktijk van alledag. Dit nummer wordt gemaakt op het moment dat, begin januari, de aanslagen plaatsvonden in Parijs en omgeving – uit naam van een zwaar verwrongen islam. Deze aanslagen plaatsen christenen voor de vraag naar de geloofwaardigheid van hún eigen geloof. Aan het beantwoorden van die vraag wil dit TGL-nummer een bijdrage leveren. |