TGL
Tijdschrift voor Geestelijk Leven
  • Home
  • Over TGL
  • Verschenen
  • Abonneren
  • Contact
Foto
Tijdschrift n° 1 / 2021
€ 8,50
Art. N° 978-94-6196-218-8


Inhoud:

Edito Erik Eynikel:
De wereld wakker schudden, ja, maar hoe?
Interview met Paul Wennekes:
Bestaande en nieuwe gemeenschappen
met elkaar verbinden
Erik Eynikel:
Verlies je wortels niet.
Yvonne Zonderop over terugkeer van religie
Nicole Chrochowina:
“The times, they are a-changing”.
Uitdagingen voor de religieuze orden
in Europa vandaag
Lea Verstricht:
Afscheid van een traditie?
Barbaren wijzen de weg
Eric Holterhues:
Een nieuwe weg voor religieuze gemeenschappen
Erik Eynikel:
Een nieuw organisatiemodel
voor de nieuwe religieuze gemeenschappen?
Sofie Verscheure:
Symposion en YOT. Over perspectief
ontwikkelen en schommelen in de kerk
Ageeth Potma:
Klooster Wittem.
Een lange traditie van samenwerken
Rosaliene Israël:
Nieuwe Monastiek.
Christelijke gemeenschapsvorming en millennials
Sake Stoppels:
Vruchtbaar laveren tussen ‘ik’ en ‘wij’. Gemeenschapsvorming in de kerk
Column Kolet Janssen:
Tastend in het duister
Column Barbara Zwaan:
Parel in Gods hand
Boekbesprekingen
Ter overweging Kris Gelaude:
Vonkje van niets

Christelijke gemeenschappen
Werken aan netwerken

januari 2021

Hoe zullen de spirituele tradities van de religieuze gemeenschappen er over pakweg 25 jaar hoorbaar, zichtbaar en vindbaar uitzien in een maatschappij en een kerkelijke setting die totaal anders zal zijn dan wij ons nu kunnen voorstellen? Dat is de beginvraag van het project Networking Intentional Christian Communities (NICC) van de Nederlandse theoloog Paul Wennekes. Het is bekend dat de voorbije decenia veel religieuze gemeenschappen bezig zijn geweest met ‘afronden’: de nog overgebleven religieuzen een waardige oude dag garanderen. In zijn gesprekken met religieuzen viel Wennekes op dat de vraag naar de eigen identiteit en spiritualiteit steeds naar voren kwam. In die context gebruikt hij graag het concept ‘spirituele familie’. Immers, zowel in een mogelijk proces van afronding als bij het plannen van de toekomst moet het perspectief breder zijn dan dat van een individuele instelling. Tegelijkertijd stelde hij vast dat er een steeds sterker wordende vraag is van buitenaf om te mogen delen in de spirituele schatkist van het religieuze leven. Maar het steeds ouder en kleiner wordende ledenbestand maakt het de religieuzen lastig om op die vraag van buitenaf in te gaan.
Ook de verantwoordelijken van geheel nieuwe religieuze initiatieven worden geconfronteerd met moeilijke vragen over de toekomst: gaan we het redden in deze tijd en in deze situatie? Wat is onze identiteit? Welke richting gaan we uit? Het engagement is daar bijzonder groot maar er is geen vast model. Daarom brengt NICC de mensen uit die veelsoortige bestaande en nieuwe gemeenschappen met elkaar in verbinding. Het project helpt mensen om onderling ervaringen uit te wisselen en ideeën en inspiratie op te doen bij elkaar, maar stelt zelf geen inhoudelijke projecten voor.
Hoe is die situatie in het religieuze landschap kunnen ontstaan? Voor een antwoord op die vraag geven het boek Ongelofelijk van Yvonne Zonderop, voor Nederland en België, en Nicole Grochowina, voor de Europese context, een terugblik en een blik vooruit. Dat men ook in de kerk en in de religieuze gemeenschappen zelf bewust bezig is met vernieuwing van het religieuze leven, daarvan zijn vele voorbeelden. Paus Franciscus riep 2014 uit tot Jaar van het Godgewijde Leven, met een uitnodiging om het religieuze leven te onderzoeken in het licht van het evangelie en de toekomst te omarmen met hoop. En er wordt daadwerkelijk concreet nagedacht hoe dat invulling kan krijgen: door aanpassingen van het gemeenschapsleven maar ook door het vernieuwd doordenken en herbronnen van de eigen spiritualiteit. Als de religieuzen de profetische stem moeten zijn die “de wereld wakker schudt”, aldus paus Franciscus, is dat iets anders dan alleen maar zich aanpassen aan de wereld. Lea Verstricht staat stil bij de radicale vernieuwing die dat vraagt. Eric Holterhues geeft op zijn beurt, geïnspireerd door de biografie van kardinaal Alfrink, vijf handvatten om die ‘radicale’ vernieuwing tot stand te brengen.
Hoe pakken religieuze gemeenschappen die vernieuwing concreet aan? Meerdere projecten voor nieuwe spiritualiteit, gebaseerd op samenwerking met vrijwilligers, zijn spaak gelopen doordat de religieuzen die die initiatieven moesten sturen, overvraagd werden. Veel besturen van ordes en congregaties en trekkers van dergelijke initiatieven hebben de handen vol en zijn bovendien vaak van hoge leeftijd. Wellicht kan Frederic Laloux met zijn Gids voor creatieve organisaties inspiratie bieden om een werkbare organisatiestructuur op poten te zetten. Via de bijdragen van Sofie Verscheure, Ageeth Potma en Rosaliene Israël mogen we een kijkje nemen in het klooster van de redemptoristen in Wittem, krijgen we een beeld van de moderne stadskloosters en christelijke leefgemeenschappen in Amsterdam, en worden we meegenomen naar Symposion en YOT in Brugge.
Als uitleiding geeft Sake Stoppels impulsen mee om na te denken over de manier waarop het religieuze leven in die (nieuwe) gemeenschappen gestalte kan krijgen. Geloof blijkt steeds meer als een persoonlijke aangelegenheid te worden gezien, maar het is niet individueel en al helemaal niet individualistisch. Daarmee gaat het in tegen de algemene maatschappelijke trend van een toenemend individualisme. Binnen bepaalde, zowel sociale als rationele, grenzen een gezonde verhouding vinden tussen ‘ik’ en ‘wij’, daar komt het opaan.
Dit nummer van TGL biedt alvast heel wat stof om de beginvraag van het NICC-project verder uit te diepen. Veel leesplezier!
Aangestuurd door Maak uw eigen unieke website met aanpasbare sjablonen.