|
Geloofsbronnen
januari 2018
Geloven in religieuze zin is niet vanzelfsprekend. Overgeleverde waarheden die op gezag geaccepteerd moeten worden – het is veel mensen vreemd geworden, of het stuit hen tegen de borst. Als we al in iets geloven, dan is het vaak iets waarvan we zelf willen uitmaken of het het geloven waard is. Niemand zal ons de les lezen. Wat is geloven eigenlijk? Als er een ‘geloofsschat’ is, waar bestaat die dan uit? In dit TGL-nummer wordt die schat naar meer kanten verkend. Uit de bijdragen komt naar voren dat geloven allereerst een ervaring is, en wel een ervaring van een fundamentele gave. Het leven is geschonken en we worden onvoorwaardelijk bemind door God die groter is dan ons hart en ons meer nabij is dan wie ook, zelfs meer nabij aan mij dan ik aan mijzelf, zoals Augustinus zegt. Geloven heeft te maken met de ervaring dat we worden uitgenodigd ons toe te vertrouwen aan deze fundamentele gave. Het gaat niet om zeker weten, we kunnen slechts op deze gave vertrouwen (het Griekse nieuwtestamentische woord voor geloof). Geloven leidt voorbij de angst, en is tegelijkertijd nooit van twijfel gespeend, omdat het niet om empirische feiten gaat. Het belichaamt de ervaring ten diepste aanvaard te zijn, maar is geen stormvrije zone aan gene zijde van alle licht en donker van het dagelijks bestaan. Het is juist te midden van dat bestaan dat gelovigen worden opgeroepen tot handelen om anderen het leven mogelijk te maken. Ook worden ze opgeroepen te bidden en zo te voorkomen in de chaos van het dagelijks leven ‘uiteen te vallen’. Geloven heeft te maken met verwondering en met overgave aan de Onzegbare, maar evenzeer met het openstaan en verantwoordelijkheid nemen voor mensen in hun verlangen naar een goed en rechtvaardig bestaan. Geloven is staan in relatie. Deze grondtrekken van geloven tonen aan dat er schatten liggen bij de bronnen ervan. Deze bronnen zijn niet iets statisch en welomlijnds, maar eerder iets dynamisch en alomvattends. Iets dat alle domeinen van het leven doortrekt en draagt en daaraan richting geeft. Het heeft zin om de schatten en de bron van geloven, en de daarmee samenhangende geloofswoorden en –verhalen, regelmatig op te diepen. Dit TGL-nummer probeert dat te doen. Om zo duidelijk te maken dat het bij geloven om heel wat anders gaat dan onwaarschijnlijke sprookjes of onbegrijpelijke raadsels die ons worden voorgehouden. Maar ook om te onderstrepen dat het iets anders is dan het levensgevoel dat het slechts de moeite waard is om te geloven in mijn eigen individuele geluk en succes en met mijn keuzen die daarop gericht zijn. Geloven brengt mij naar de diepste levensbron die mij met God en alle mensen verbindt, ja met heel de schepping. Tot zo’n geloofs-herbronning wil dit nummer bijdragen. Met ingang van deze jaargang stopt Piet Hoogeveen (tot vorig jaar langjarig lid van de redactie) als columnist. Eveneens neemt met ingang van deze jaargang Palmyre Oomen afscheid van de redactie. Ook zij heeft vele jaren daarvan deel uitgemaakt. Redactieraad en lezers van TGL zijn hun veel dank verschuldigd. Barbara Zwaan, sinds enige tijd redactielid, zal met haar columns de plaats innemen van Piet Hoogeveen. |