|
Een glimp van GodSchetsen van de onzichtbare
Januari 2014 Als je je afvraagt of je wel de juiste koers vaart, moet je je richting opnieuw bepalen. Ook mensen op de spirituele weg stellen zich regelmatig de vraag naar de zin en richting in hun leven. Hieruit vloeit niet zelden een herbronning voort van hun grondinspiratie. Religieus geïnspireerde mensen komen in dit proces ook uit bij God. Wie of wat is Hij ook al weer in het leven, in mijn leven, ons leven? Het antwoord is niet eenduidig. Binnen één mensenleven dienen zich vaak uiteenlopende godsbeelden aan. De vraag naar God moet daarom steeds opnieuw worden gesteld. In dit eerste TGL-nummer van de nieuwe jaargang (de 70ste!) komen we een aantal godsbeelden tegen die voor velen actueel zijn. Ze variëren nogal, zijn geënt op persoonlijke ervaringen en duiden op een God die steeds meer buiten de gevestigde -kerkelijke - kaders verblijft. Hij is ‘zonder vaste woon- en verblijfplaats’ en laat zich niet opsluiten in één religieuze traditie. God is daar immers te breed en te wijd voor. Is Hij niet de oerbron, de dieptedimensie van alle leven? Verbleken tegen de achtergrond daarvan niet alle concrete godsbeelden? Allerminst, als we een paar andere bijdragen mogen geloven. Het komt erop aan naar een goed samenspel te zoeken tussen ‘God zelf’ en de beelden die wij van Hem maken. En specifieke beelden, meer in het bijzonder uit de christelijke traditie, doen er beslist toe, vooral voor hen die wanhopen: de verrezene als hoop voor alle gestorvenen en doodgemartelden, of God, de rechtvaardige rechter, die de gevangenen nabij is, of het beeld van die drie-ene God die ons leven op een dynamische wijze omvormt. Op verhalende manier reikt de Schrift ons zulke beelden aan, als een oproep tot én de belofte van een nieuw leven. De parabels die Jezus vertelt, tekenen ons dat leven op een plastische wijze en in vele kleuren. Als het goed is, laten godsbeelden ruimte voor het onbedachte, het ongedachte, het niet maakbare. Een wetenschapper houdt er een pleidooi voor. Kinderen kunnen ons verrassen, vooral met hun ontwapenende praten over en tegen God. Als verankerde spiritualiteit ergens opduikt, dan is het bij hen, want hun concrete belevingswereld is nooit ver weg. Dit nummer nodigt de lezer uit eigen schetsen te maken van zijn of haar godsbeelden, in de wetenschap dat die tekening vervagen zal op de grens van de einder, op de grens van de oneindigheid. Niettemin: elke tekening is een reiken naar deze oneindigheid, is een onmisbaar kompas en heeft haar goed recht. God blijft verborgen, maar wij kunnen niet nalaten schetsen te maken naar de glimpen die wij van zijn gelaat opvangen. |