|
Gezondheid van de zielPsychotherapie en spiritualiteit
Januari 2013 Sinds mensenheugenis hebben religieuze ordes en congregaties zich ingezet om menselijk lijden te verzachten. Ze werden geïnspireerd door het voorbeeld van Jezus, door de inzet van de stichter(es) van hun instituut. Talloze instellingen rezen uit de grond waarin mannen en vrouwen hun dienst aan de medemens in nood concreet vorm konden geven. Vandaag ziet de wereld er anders uit. De religieuze motieven die zovelen hebben gemotiveerd verloren hun betekenis. De zorg voor de lijdende medemens kwam in handen van professionals. Zij beleven deze zorg als hun beroep en ze hebben er ook de nodige vorming voor gekregen. Deze ontwikkeling gaat hand in hand met de toenemende invloed van zowel de medische wetenschap als de menswetenschappen. Zij reiken inzichten aan die redelijk denkende mensen meer aanspreken dan sommige spirituele bespiegelingen. Onze samenleving heeft een indrukwekkend arsenaal aan inzichten en begeleidingswijzen ontwikkeld die menselijke pijn helpen dragen en verzachten. Dit geldt in recentere jaren ook voor de geestelijke gezondheidszorg. De ontwikkelingen die we de laatste jaren in de zorgsector meemaken geven vaak een spanningsvolle relatie te zien tussen religie en wetenschap. Beide geloven in de helende bijdrage die ze kunnen leveren. Daardoor zijn ze ook soms elkaars concurrent. Vooral de pastorale begeleiding is onder druk komen te staan. Haar geloofwaardigheid heeft het moeilijk ten aanzien van de groeiende rationaliteit die zich doorzet in de professionele therapie. Tegelijk dreigt de betekenis van spiritualiteit hierdoor ondergewaardeerd te blijven. Secularisatie betekent niet het einde van spiritualiteit. Ook dat is voelbaar in de geestelijke gezondheidszorg. Er is een nieuwe verstandhouding gegroeid tussen wetenschap en spiritualiteit. De relaties tussen beide zijn vaak erg complex. Begrijpelijk wanneer men weet welke verschillende instanties hierbij betrokken zijn. Er is in eerste instantie de patiënt zelf. In een therapeutische relatie ligt het voor de patiënt niet zomaar voor de hand een persoonlijke religieuze visie ter sprake te brengen. Direct betrokken is, in tweede instantie, de begeleider. Hij/zij heeft namelijk een eigen levensvisie die niet noodzakelijk dezelfde is als deze van de patiënt. Hoe doen patiënt en begeleider elkaar recht en hoe schenken ze elkaar de ruimte om hun visie ter sprake te brengen. Verder is er de sfeer van de instelling. Afspraken en regelgeving bepalen mede de ruimte waarbinnen zowel professionele begeleiders als patiënten zich dienen te bewegen. Het voorliggende TGL-nummer probeert de complexiteit van het onderwerp te laten aanvoelen. Daarnaast worden er verrassende voorbeelden van creatieve begeleiding beschreven. Deze illustreren vaak de overlappingen in de bezigheden van de pastor en de professionele zorgverstrekker. Ten slotte en niet in het minst schenken we aandacht aan de helende kracht van spiritualiteit zoals deze door de patiënt zelf wordt beleefd. |